Het laatste lied is weggestorven, en de duiven hebben zich op de cello neergezet. In deze tekening versmelten muziek en stilte, leven en einde tot een enigszins melancholische, nadenkende scène. De cello, een symbool voor de schoonheid en diepte van de muziek, ligt rustig op het houten podium, het heeft zijn laatste toon gespeeld. De hemel op de achtergrond is donker en bewolkt, alsof hij de zwaarte van het moment wil weerspiegelen.

De duiven zijn een krachtig symbool. Ze staan voor vrede, reinheid en de zielenreis. In deze context vertellen ze over de overgang van muziek naar stilte, van leven naar dood. Hun witte veren steken contrasterend af tegen de donkere achtergrond en geven de tekening een bijna heilige aura.

De cello, die nu zwijgt, vertelt een verhaal van vergankelijkheid en de sporen die een leven achterlaat. De melodieën die het heeft gespeeld zijn vervlogen, maar in ons innerlijk kunnen we ze nog steeds voelen en horen. De duiven herinneren ons eraan dat na de laatste toon, na de laatste ademtocht, een rust intreedt die vol vrede en betekenis is.

Deze tekening moet aanzetten tot nadenken over de eindigheid en de sporen die we achterlaten.