Deze tekening wil de essentie van schoonheid en gratie in beweging vastleggen. Het werk toont een ballerina in een zwarte tutu, die zich in een elegante en sierlijke pose uitstrekt. Haar lichaam is gespannen in een vloeiende lijn, die de toeschouwer door de beweging van haar armen en benen leidt.

De ballerina, wiens gezichtsuitdrukking concentratie en toewijding weerspiegelt, heeft een witte roos in haar haar, wat een extra symbool voor zuiverheid en schoonheid is. Een andere roos ligt naast haar op de grond en versterkt de esthetische compositie van de tekening.

De achtergrond van de tekening is in gedempte grijstinten gehouden, wat de ballerina naar de voorgrond brengt en haar elegantie nog meer benadrukt. De donkere wolken op de achtergrond staan symbolisch voor de uitdagingen en inspanningen die gepaard gaan met de perfectie in de kunstvorm van het ballet.

De tekening wil ook laten zien dat ware schoonheid en gratie te vinden zijn in de kleinste details en in de vluchtigste momenten.